De oude dorpskern van Poederlee

Poeyel duidde vroeger het oude dorpscentrum aan terwijl Poederlé de plaats aanduidde waar de heren van Poederlee leefden. Op het oude dorpsplein heeft de Heemkundige Kring een middeleeuwse bronput gereconstrueerd die gevonden werd op de site van het vroegere kasteel.

Het gebouw dat zich links over de heuvel uitstrekte, maakte deel uit De Zwaan. De Zwaan bestond uit een boerderij, een brouwerij en een café. Aanvankelijk was dit het woonhuis van de drossaard, de vertegenwoordiger van de heer. Na de Tweede Wereldoorlog werd het omgevormd tot een diamantslijperij en nog later tot woningen. Op de hoek van het complex huurde de gemeente een kamer die als gemeentehuis diende en waar de officiële documenten bewaard werden tot de bouw van het eerste gemeentehuis in 1861.

Het gebouw met de muurankers ‘1666’ is het voormalige molenaarshuis van de familie Van Goubergen. Zij baatten de Zwarte Molen in de Verbindingsstraat uit.

Achter de oude dorpskern ligt de Vest (omwalling van de oude pastorij) en in de Biezenhoek stond de tiendenschuur. In deze buurt moet ook de eerste kerk van het dorp hebben gestaan. Het huis op de hoek, nu een beenhouwerij, was het woonhuis van Dympna van Vlietingen, een grote weldoenster van de parochie en Hegge, die stierf tijdens de pestepidemie in 1668.